SV | Doch als gij den goddeloze waarschuwt, en hij zich van zijn goddeloosheid en van zijn goddelozen weg niet bekeert, hij zal in zijn ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw ziel bevrijd. |
WLC | וְאַתָּה֙ כִּֽי־הִזְהַ֣רְתָּ רָשָׁ֔ע וְלֹא־שָׁב֙ מֵֽרִשְׁעֹ֔ו וּמִדַּרְכֹּ֖ו הָרְשָׁעָ֑ה ה֚וּא בַּעֲוֹנֹ֣ו יָמ֔וּת וְאַתָּ֖ה אֶֽת־נַפְשְׁךָ֥ הִצַּֽלְתָּ׃ ס |
Trans. | wə’atâ kî-hizəharətā rāšā‘ wəlō’-šāḇ mērišə‘wō ûmidarəkwō hārəšā‘â hû’ ba‘ăwōnwō yāmûṯ wə’atâ ’eṯ-nafəšəḵā hiṣṣalətā: |
Doch als gij den goddeloze waarschuwt, en hij zich van zijn goddeloosheid en van zijn goddelozen weg niet bekeert, hij zal in zijn ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw ziel bevrijd.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Doch als gij den goddeloze waarschuwt, en hij zich van zijn goddeloosheid en van zijn goddelozen weg niet bekeert, hij zal in zijn ongerechtigheid sterven; maar gij hebt uw ziel bevrijd.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!